CLEMMINCK
ENGEL
BERTA

engelberta


1924, Holland. Een wijnhandelaar in het nauw spaart elke hap uit zijn mond om zijn dochter vol en blozend op gewicht te krijgen. Hij wil haar offeren om de wind in de zeilen van zijn ambities te houden, maar Engelberta zal zich niet willoos vlijen op het altaar van haar vaders wrede God. Er schuilt klein verzet in alles wat ze doet en denkt tijdens de reis die haar wegvoert van haar jeugd, oostwaarts een circus achterna waarover een verder praatgrage vader zich in zwijgen hult. Steeds opnieuw wijdt hij zijn woorden aan hun zoektocht, die volgens hem een zoektocht naar genezing is, genezing van een ziekte waarvan Engel de naam niet kent maar die wel, vader kan het niet genoeg benadrukken, haar leven bedreigt. En haar leven is het zijne.
'Genezing, Engel, zijn we er klaar voor,' vraagt hij als hij het dal van hun bestemming inkijkt, waar het circus aan de oevers van de rivier zijn kampementen opslaat voor de belofte van een paar dagen vermaak.

1976, Sonoma, Californië. De vrouw die alles at, een grand dame van de culinaire journalistiek, kijkt terug op het drama van toen. Haar honger achterna en de wereld over is ze haar eigen circus geworden, altijd onderweg, maar omdat haar dochter op reis gaat en hun wijngaarden beheerd moeten worden zal ze een tijdje thuis zijn. Thuis is waar de oceaan 's ochtends zijn misten uitademt over de druiven die 's middags verzoeten onder een gouden zon, maar thuis is ook waar de doden op je wachten.

 




Engelberta © 2024 M. CLEMMINCK